Kievit met twee jongen

Ooit een weidevogelland

Nederland was ooit hét weidevogelland. Vroeger zag en hoorde je overal grutto’s en veldleeuweriken in de polders. Door ruilverkaveling en intensieve landbouw is dat verleden tijd. Weidevogelgebieden en daardoor ook de weidevogels nemen razendsnel af. Gelukkig hebben we een aantal gebieden zoals De Blikken bij Groede en de Sint Laurense Weihoek kunnen behouden voor de weidevogels. Maar ook deze gebieden staan onder druk.

Kluut met jongen

Weidevogels beschermen

In beide gebieden zijn er maatregelen genomen om de achteruitgang om te draaien. Allereerst is er een raster om het gebied gezet met gaas en op verschillende hoogtes stroomdraden. Dit houdt vossen en katten tegen. Daarnaast zijn er in de gebieden windmolens gezet, die in droge tijden water uit omringende sloten oppompen.

De Blikken

Al snel zagen we effect van de maatregelen. In de Blikken is in het eerste jaar het aantal broedende kluten gestegen van 19 naar 61. En het belangrijkste? Er werden veel jonge vogels groot. Er liepen uiteindelijk meer dan 100 jonge kluten! Ook de kokmeeuw en de zwartkopmeeuw broeden weer in het gebied, nadat ze vijf jaar weg zijn geweest. En als kers op de taart broeden er vijf paartjes van de zeldzame steltkluten.