
Monitoring
Om de impact van de brand en het herstelproces goed te begrijpen, is een breed onderzoeksprogramma gestart. Een deel van het onderzoek wordt uitgevoerd door de Universiteit van Gent. De monitoring wordt door Het Zeeuwse Landschap uitgevoerd, samen met diverse vrijwilligers. Lucien Calle, vrijwilliger beheer en ecologie bij Het Zeeuwse Landschap, houdt de onderzoeksresultaten en waarnemingen nauwlettend bij. Inmiddels zijn er 165 soorten op de brandplek geregistreerd.

Loopkevers
De nieuwe aanwezigheid van zoveel kaal zand is heel gunstig voor soorten als de Bastaard zandloopkever en de Groene zandloopkever (foto), die opvallend zijn toegenomen na de brand. Waar eerder slechts enkele exemplaren werden gezien, zijn dat er nu tientallen tot wel honderd. De kevers zijn zonaanbidders en houden van open zand: de nieuwe, open zandvlakten vormen dus een ideaal leefgebied.

Boktorren en prachtkevers
Er zijn wel elf soorten houtgebonden boktorren waargenomen door vrijwilligers. Ze trokken 's nachts met zaklampen het gebied in om te inventariseren. Met resultaat. Zo werden er van de Veranderlijke boktor op de eerste nacht zelfs 31 exemplaren geteld en op de tweede nacht van de Bruine grootoogboktor 23.
Bijen en wespen
Verbrande boomstammen zonder bast vormen een nieuwe woonplek voor bijen, wespen en houtbewonende kevers. Zo werd de Tronkenbij gespot, samen met haar parasiet, de Gewone tubebij. En de Kleine harsbij, normaal zelden in Zeeland, werd zelfs betrapt terwijl ze hars verzamelde van een verbrande spar.
Een andere opvallende verschijning was de Zwarte dennenhoutwesp, die nog nooit eerder in Zeeland is gezien!

Planten en bomen
Op de brandplek staan nog enkele oude veteraaneiken, sommige zijn de oudste uit de streek. Deze bomen zijn beschadigd en enkele 'bloeden' nog steeds: sap stroomt uit beschadigde delen van de stam. Toch is er hoop. Uit wortels en stammen ontspruiten nieuwe twijgen. Om vraat door reeën tegen te gaan zijn deze bomen tijdelijk uitgerasterd en hopelijk kunnen de bomen herstellen.
Verdere plantengroei kwam traag op gang: er groeide vooral veel Schapenzuring, dat al snel woekerde. Daarnaast doken veel exoten op, zoals de bekende Amerikaanse vogelkers en Reuzenbalsemien. Inmiddels zijn ook diverse ruigteplanten gezien, waarvan de zaden waarschijnlijk nog in de bodem aanwezig waren. Het gaat om onder andere de akkerdistel en perzikkruid.
Onverwachte impuls
De bosbrand had een grote impact op de natuur in de Clingse Bossen. Hoewel sommige dieren het niet overleefden, kregen andere soorten juist nieuwe kansen. Alles wijst erop dat de brand de biodiversiteit in het gebied een onverwachte impuls heeft gegeven.