Terreinbeheerder Alex Wieland
Alex Wieland
Terreinbeheerder Waterwinbossen Alex Wieland
De zwarte, verkoolde bomen zijn een triest gezicht. Op 23 maart woedde er een brand in het Clingse Bos, waarbij 2,4 hectare in vlammen opging, voornamelijk al dode fijnsparren. Er loopt nog een onderzoek naar de oorzaak van de brand, mogelijk is de brand aangestoken. De komende tijd gaan we delen herplanten, andere delen blijven ongemoeid om het natuurlijke herstel te volgen. Ook doen we onderzoek naar de gevolgen voor de flora en fauna in het gebied. In deze blog houd ik jullie op de hoogte van de ontwikkelingen.

Ruimen dood hout

Nu het broedseizoen voorbij is, en we ook met een drone met warmtebeelden gecontroleerd hebben dat er effectief geen vogels met nesten met jongen meer zijn, kunnen we verder het dode sparrenhout ruimen. 

Vanaf maandag 14 juli plannen we een aantal dagen waarin dode sparren zullen gezaagd, versnipperd en afgevoerd worden. Op die manier halen we risicovolle brandbare biomassa weg, wat het risico op een bosbrand verlaagt. De belangrijkste zones waar we deze dode fijnsparren verwijderen zijn bepaald in overleg tussen onze ecologen en de brandweer.

Verkoolde boom tegen de achtergrond van groene loofbomen

Effecten op de natuur

De directe schade aan bijzondere flora en fauna bleek gelukkig beperkt. In het verbrande gebied stonden geen zeldzame planten en ook broedvogels waren nog niet actief in deze tijd van het jaar. De brand trof vooral veel jonge staande dode sparren. Deze bomen waren enkele jaren terug al gestorven door langdurige droogte met als gevolg verzwakking en aantasting door de letterzetter. Het gebied had lage natuurwaarden. 

De omstandigheden vóór de brand waren ecologisch gezien ongunstig: de bodem was verzuurd, waardoor voedingsstoffen waren uitgespoeld en pionierplanten het moeilijk hadden. Door de brand kwam daar onverwachts verandering in. 

De as verrijkt tijdelijk de bodem en verhoogt de pH-waarde. Dat biedt kansen voor schrale, open vegetaties. 

Resultaten tot nu toe: 

De vegetatie ontwikkelt zich traag na de brand:

  • Schapenzuring werd snel dominant.
  • Geen nieuwe inheemse soorten waargenomen.
  • Exoten zoals Westerse karmozijnbes, Annapawlonaboom, Reuzenbalsemien en Amerikaanse vogelkers vestigden zich.
  • En er was een plotselinge opkomst van ruige soorten (o.a. distels, Perzikkruid) die eerder zelden voorkwamen.
Oliebolzwam

Brandplekpaddenstoelen

In de maand oktober is er na een lang droog jaar eindelijk wat neerslag gevallen en dat resulteerde direct in de groei van een aantal paddenstoelen. In het verbrande stuk bos groeien nu veel koningsmantels. Een soort die er al wel voorkwam, maar niet in zulke grote aantallen als nu. Ook zijn de eerste soorten gevonden die een relatie hebben met brandplekken. De meest algemene daarvan zijn de oliebolzwam en het rondsporig pekzwammetje, gevolgd door de brandplekbundelzwam. Maar ook de wat minder algemene purperbruine brandplekbekerzwam werd er aangetroffen. En zelfs de zeldzame gewoon brandplekkelkje, brandplekmosklokje en zwarte brandplekbekerzwam.

Droogte in de natuur

Als het langere tijd droog is, is het risico op natuurbranden groter. Zeker in combinatie met een harde wind. Daarom is het belangrijk om extra alert te zijn op vuur. Een sigarettenpeuk, restanten van een BBQ of een stuk glas dat de zon reflecteert, kunnen al grote gevolgen hebben. Niet voor niets is open vuur niet toegestaan in natuurgebieden. Je kunt hiervoor een proces-verbaal krijgen. 

Gelukkig bleef de brand beperkt en zijn de Waterwinbossen, waar de Clingse bossen onderdeel van uitmaken, gewoon te bezoeken.