
In het kort: gevolgen brand
Dankzij de snelle inzet van de brandweer bleef de schade beperkt. Hierdoor vallen de negatieve effecten op de natuur gelukkig mee. Sterke loofbomen zoals zomereiken en berken doorstonden de brand grotendeels. Er zijn geen bijzondere plantensoorten verloren gegaan en de meeste broedvogels hadden nog geen nesten.
- Met name al dode, dicht op elkaar staande fijnsparren zijn getroffen door de brand.
- Er zijn geen of weinig kwetsbare planten of broedvogels getroffen.
- Binnen een week zagen we al herstel: nieuwe grassprietjes groeiden door de as.
- Bodemleven zoals mieren en padden hebben de brand overleefd.
- De aslaag verhoogt de pH-waarde en herstelt tijdelijk het mineralentekort.
- Door de brand is er een kans op terugkeer van zeldzame soorten, zoals brandplekpaddenstoelen en insecten.

Effecten op de natuur
De directe schade aan bijzondere flora en fauna bleek gelukkig beperkt. In het verbrande gebied stonden geen zeldzame planten en ook broedvogels waren nog niet actief in deze tijd van het jaar. De brand trof vooral veel jonge staande dode sparren. Deze bomen waren enkele jaren terug al gestorven door langdurige droogte met als gevolg verzwakking en aantasting door de letterzetter. Het gebied had lage natuurwaarden.
De omstandigheden vóór de brand waren ecologisch gezien ongunstig: de bodem was verzuurd, waardoor voedingsstoffen waren uitgespoeld en pionierplanten het moeilijk hadden. Door de brand kwam daar onverwachts verandering in.
De as verrijkt tijdelijk de bodem en verhoogt de pH-waarde. Dat biedt kansen voor schrale, open vegetaties. Ook de soorten die van zulke omstandigheden afhankelijk zijn – denk aan wilde bijen, mossen, korstmossen, sprinkhanen en bepaalde paddenstoelen – kunnen hier opnieuw hun plek vinden.
Er zijn zeldzame paddenstoelen die hoofdzakelijk op brandplekken groeien. Die spelen een belangrijke rol in het weer geschikt maken van de grond voor plantengroei.

Brandspecialisten
Bepaalde paddenstoelen en insecten komen hoofdzakelijk voor op brandplekken. Sommige insecten ruiken een brand wel tot 60 kilometer afstand. Het Zeeuwse Landschap voert monitoring uit om te onderzoeken of deze brandspecialisten hier kunnen profiteren van de bosbrand.
In Nederland zijn bijvoorbeeld 48 soorten paddenstoelen bekend die vrijwel uitsluitend op verbrande bodems en verschroeide bomen voorkomen, zoals het Gewoon houtskoolbekertje (Anthrocobia melanoma). Deze soorten verschijnen vaak al binnen enkele weken na een brand, maar verdwijnen meestal binnen vijf jaar weer zodra de vegetatie zich sluit.
Inmiddels hebben we al veel insecten vastgesteld op de brandplek, zoals acht soorten boktorren en twee soorten prachtkevers. Op de foto twee voorbeelden van gevonden soorten.
Foto: grijze ribbelboktor en eiken prachtkever, eileggend op een verschroeide zomereik

Onderzoek naar herstel en biodiversiteit
Om de impact van de brand en het herstelproces goed te begrijpen, is een breed onderzoeksprogramma gestart. Een deel van het onderzoek wordt uitgevoerd door de Universiteit van Gent, die gespecialiseerd is in bodemecologie en vegetatieherstel. De monitoring wordt door Het Zeeuwse Landschap uitgevoerd, samen met diverse vrijwilligers. Het onderzoek richt zich op drie onderdelen: de risico's van bosbranden in een dichtbebost en recreatief gebied als Clinge, de effecten op de natuurwaarden en de effecten op invasieve soorten, zoals de Amerikaanse vogelkers.
Droogte in de natuur
Als het langere tijd droog is, is het risico op natuurbranden groter. Zeker in combinatie met een harde wind. Daarom is het belangrijk om extra alert te zijn op vuur. Een sigarettenpeuk, restanten van een BBQ of een stuk glas dat de zon reflecteert, kunnen al grote gevolgen hebben. Niet voor niets is open vuur niet toegestaan in natuurgebieden. Je kunt hiervoor een proces-verbaal krijgen.
Gelukkig bleef de brand beperkt en zijn de Waterwinbossen, waar de Clingse bossen onderdeel van uitmaken, gewoon te bezoeken.