Inhoudsopgave
Bruintjeskreek
Ten tijde van de bedijking van de Anna Jacobapolder was het een brede diepe geul, met aan weerszijden hoge oeverwallen. Na de bedijking is de kreekbedding geleidelijk verland, zodat de kreek steeds smaller werd. De oevers werden in gebruik genomen als weiland en het restant van de kreek kreeg een functie als boezem voor het overtollige polderwater. Middenin de kreek ontstond een spontaan opgeslagen bosje met veel wilgen.
Groei en bloei
In de oeverlanden van de Bruintjeskreek ligt een mooi ontwikkelde overgang van zout naar zoet. Kenmerkend zijn de veel voorkomende soorten moeraszoutgras en aardbeiklaver. In de Bruintjeskreek broeden weidevogels zoals grutto, tureluur en kluut. In het water foerageren (eten) veel doortrekkende steltlopers. Bij hoogwater in de Oosterschelde is de kreek een zogenaamde ‘hoogwatervluchtplaats' voor vogels.
Bezoeken
Het gebied is goed te overzien vanaf de Rijksweg tussen Sint Philipsland en Anna Jacobapolder. Aan de zuidkant van de kreek staat een vogelobservatiescherm dat via een pad achterlangs de dijk te bereiken is.
Tip
In het voorjaar kun je hier bijzondere vogels zien zoals purperreiger, zomertaling en porseleinhoen!
Adres
Rijksweg, 4675 RB Sint Philipsland