
Alpenwatersalamander
Deze soort is wat algemener dan de kamsalamander, maar dat komt voornamelijk door uitgezette dieren in tuinvijvers. Want wilde alpenwatersalamanders komen eigenlijk alleen in het oosten van Zeeuws-Vlaanderen voor. Ze zijn herkenbaar aan hun feloranje buik en gevlekte bovenkant en worden 12 centimeter lang. Ze overwinteren graag onder stenen in tuinen of in schuurtjes.

Rugstreeppad
Deze paddensoort is een echte pionier en kan zelfs overleven in brakke omstandigheden. Als er ergens een tijdelijk plasje water met zand is, zitten er al snel rugstreeppadden. Omdat het beschermde dieren zijn, zorgen ze vaak voor vertraging van bouwprojecten. Ze komen door heel Zeeland voor en zijn vooral actief na de schemer. Dan kan hun ratelende roep soms tot op honderden meters afstand worden gehoord.

Kamsalamander
De kamsalamander is de zeldzaamste en tevens de grootste van de salamanders en kan wel 20 centimeter lang worden. Ze komen uitsluitend voor in Zeeuws-Vlaanderen en hebben een voorkeur voor kleinschalige landschappen met poelen, heggen, bospercelen en struweel. Het mannetje krijgt in het voorjaar een prachtige, getande kam op de rug en de staart. Ze leven van half maart tot eind juni in het water en de rest van het jaar op het land.

Boomkikker
Dit kleine grasgroene kikkertje heeft aan de tenen van de poten kleine zuignapjes, waarmee ze zich in struiken kunnen vasthouden. Het is een bedreigde soort, maar de laatste jaren gaat het goed met de aantallen in Zeeuws-Vlaanderen. Door specifieke beheersmaatregelen is de populatie gegroeid tot wel 3500 roepende mannetjes dit jaar. Ze leven veel buiten het water en zitten dan graag op zonnige plekken in (braam)struweel.

Kleine watersalamander
Dit is de algemeenste van de drie salamanders in Zeeland. De kleine watersalamander komt in allerlei soorten wateren voor en is ook algemeen in (visvrije) tuinvijvers. Ze zijn wat kleiner dan de alpenwatersalamander (11 centimeter) en hebben een opvallend gestreepte kop. De mannetjes hebben in de voortplantingstijd een kam op de rug en staart. Als ze het land op gaan, zijn de mannetjes en vrouwtjes beide uniform bruin van kleur.