Inpoldering

De eendenkooi is aangelegd op de overblijfselen van een oude kreek. Deze kreek maakte ooit deel uit van het grote stroomgebied de Oosterschelde. In 1846 kwam daar een einde aan met de inpoldering van de Anna Jacobapolder. De eendenkooi in Sint Philipsland werd in 1882 opgericht door Martini Buys, schoonzoon van bedijker, kapitein der genie W.F. Del Campo genaamd "Kamp". Voor de oprichting van de eendenkooi verkreeg hij Koninklijke goedkeuring van Willem III. 

Historie 

Eendenkooien dateren uit de vroege middeleeuwen. Hier werden wilde eenden gevangen voor consumptie. Van de ongeveer 1400 eendenkooien in ons land, zijn er maar ruim 100 overgebleven. In Zeeland zijn er nog 4 van de 7 intact.  

De eendenkooi vroeger 

De kooi bestaat uit een open water met daaraan vier vangpijpen. Het open water trok wilde eenden aan, die verder gelokt werden door tamme eenden. De wilde eenden werden door het kooikershondje verder de vangpijp in gedreven. Aan het einde van de steeds smallere pijp werden ze gevangen en geslacht: "de pijp uitgaan". De eendenkooi in Sint Philipsland floreerde vanaf de oprichting tot rond de tweede wereldoorlog als een zeer goed vangende eendenkooi. Het was een vorm van jacht zonder wapens. Eenden werden gevangen om te eten. In een goed jaar ving men 4000 eenden per seizoen. Die tijden behoren tot het verleden.  

Rond de kooi werd een recht van afpaling gevestigd, gemeten vanuit het midden van de kooi. Binnen de cirkel van 625 meter geldt een jachtverbod en mag de rust op geen enkele wijze worden verstoord. Dat afpalingsrecht is nog steeds van kracht. 

De eendenkooi nu

Eendenkooien zijn oases van rust. Zij zijn tot stand gekomen door intensieve samenwerking van kooibedrijf en natuur. In 1984 werd de eendenkooi in Sint Philipsland aangekocht door de Stichting Het Zeeuwse Landschap. Met deze aankoop houden we cultureel erfgoed in stand en beschermen we de prachtige natuur rondom de eendenkooi.  

Wilde eenden worden nog steeds op dezelfde authentieke wijze gevangen, maar met een ander doel. De kooiker vangt de eenden tegenwoordig enkel voor wetenschappelijk onderzoek. Eenden worden na de vangst geringd, gewogen en gemeten. Ook neemt de kooiker bloedmonsters af voor het zoönosenonderzoek. Dit zijn overdraagbare ziekten van dieren op mensen. De vogelgriep valt daar ook onder. De bloedmonsters worden vervolgens opgestuurd naar het Erasmus MC en de eenden worden weer vrijgelaten.   

Het gebied kent een rijke variatie aan vogelsoorten. Het bos vormt een kom rond een plas met vier vangpijpen. Dit heet het rogge-eimodel. De omgeving is rijk aan verschillende soorten eenden.