Nanda ven den Berg
Nanda van den Berg
Adviseur Landschap en Erfgoed
Wat heeft een natuurgebied in Zeeland als de Yerseke Moer op Zuid-Beveland of De Blikken in Zeeuws-Vlaanderen met erfgoed te maken? Meer dan je wellicht zou denken. Want ook al wordt bij erfgoed vaak als eerste gedacht aan monumentale gebouwen zoals kastelen en molens, het erfgoedspectrum is breder. Ook verkavelingspatronen, archeologische vindplaatsen, landschapselementen en zelfs tradities maken onderdeel uit van ons erfgoed.

Onzichtbaar erfgoed in Zeeland

Zonder de aanwezigheid van de mens zou Zeeland er heel anders hebben uitgezien. Waarschijnlijk zou het zelfs voor een groot deel niet eens (meer) bestaan. Dat geldt voor een flink deel van Nederland, maar voor Zeeland in het bijzonder. Dat de mens vanaf de elfde eeuw bezig is geweest het Zeeuwse land te behouden, te beschermen én uit te breiden, is terug te vinden in de bedijkingspatronen die Zeeland kenmerken. In Zeeland hebben de meest waardevolle natuurgebieden een directe link met het landgebruik. 

Alle elementen samen vertellen het verhaal van het landschap. Dijken zijn nooit zomaar op een willekeurige plaats aangelegd, de eerste mensen gingen op de hogere en dus drogere en veiligere plekken wonen. Het landgebruik maar ook de ondergrond bepaalde waar heggen en poelen kwamen te liggen. Het nauwe samenspel tussen mens en natuurlijke eigenschappen heeft het landschap gevormd en zorgt voor een regionale diversiteit, waardoor elke regio er net wat anders uitziet. 

Wat kun je hiervan nu in het veld zien? Laten we kijken naar twee gebieden: De Blikken bij Groede in Zeeuws-Vlaanderen en de Yerseke Moer op Zuid-Beveland. 

Luchtfoto Rumoirtschorren Zeeland Andy Troy

Yerseke Moer

De Yerseke Moer is een van de best bewaarde oudlandgebieden van Zuidwest-Nederland en tegenwoordig een bijzonder waardevol weidevogelgebied. Na de bedijking in de elfde eeuw is het in de ondergrond aanwezige veen, dat door eerdere overstromingen zout was geworden, afgegraven voor zout- en turfwinning (moernering). Het landschap dat achterbleef was door alle oneffenheden in het maaiveld nauwelijks meer geschikt voor landbouw. Later vond meer gestructureerde moernering plaats. Dit kun je nu nog steeds zien aan de talloze plassen, strokenpatronen en greppeltjes. De wegen die de Yerseke Moer doorkruisen, liggen op de kreekruggen. Dat zijn de zandige bodems van de kreekjes die vóór de bedijking door het gebied stroomden en die later, toen het veen inklonk, juist de hogere delen werden. Deze kreekruggen werden gebruikt als schapenpaadjes. Over doodlopende weggetjes liepen de schapen de weiden in de lager gelegen poelgebieden in. Niet voor niets is de Yerseke Moer aangewezen als een van de vier aardkundige monumenten van Zeeland.

Luchtfoto Yerseke Moer

De Blikken

Het oorlogsverleden heeft in belangrijke mate bepaald hoe het landschap in Zeeuws-Vlaanderen er nu uitziet. Zo ook De Blikken zoals we het nu kennen: een graslandgebied doorsneden door kronkelige kreekjes en greppeltjes. Tijdens de Tachtigjarige Oorlog is het gebied bewust onder water gezet om de vijand op afstand te houden. Door de eb- en vloedbeweging ontstond een reliëfrijk landschap dat doorsneden werd door talloze kreekjes. Na het einde van de oorlog in 1648 werd het gebied geleidelijk weer in cultuur gebracht, maar nog steeds kun je hier de sporen van het verleden duidelijk in het maaiveld zien. 

Luchtfoto De Blikken Zeeuws Vlaanderen

Alles in samenhang

Erfgoed, landschap en natuurwaarden hangen altijd met elkaar samen. Zo kan gebouwd erfgoed of een rij knotwilgen een functie vervullen als verblijfplaats voor vleermuizen. Dijken, die zo kenmerkend zijn voor de ontstaansgeschiedenis van het huidige Zeeland, zijn een belangrijke habitat voor vele, vaak zeldzame planten- en diersoorten. Ze vormen tevens een ecologische verbindingszone tussen natuurgebieden. Deze relatie tussen erfgoed en de daarin voorkomende natuurwaarden speelt een belangrijke rol in de afwegingen die Het Zeeuwse Landschap als beheerder moet maken. Dilemma’s daarbij zijn: behouden we de cultuurhistorische waarde van een element of kiezen we voor de ecologische waarde ervan? Is er een compromis mogelijk of wordt het dan ‘net niks’?

Niet alleen het ‘ongebouwde erfgoed’ herbergt een hoge natuurwaarde. Veel natuurwaarden zijn geconcentreerd rond erfgoed-hotspots als oude vestingwerken die verspreid door het landschap aanwezig zijn. Zo zijn er op de Wallen van Retranchement talloze bijzondere klaversoorten te vinden, als kleine rupsklaver, gestreepte klaver, ruwe klaver en onderaardse klaver. Maar ook zeldzame soorten als grashommel en weidebij en de streekiconen kamsalamander en boomkikker komen er voor. 

Zo bekeken is het eigenlijk logisch dat er een grote overlap is tussen het Natuurnetwerk Zeeland, de vroegere ecologische hoofdstructuur, en gebieden met een hoge cultuurhistorische waarde!